top of page
Zoeken

Een schoolse aanpak op de kinderopvang?

  • Foto van schrijver: Xuee de Haas
    Xuee de Haas
  • 19 apr 2022
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 26 apr 2022

Donderdag 21 april gaat de Tweede Kamer in overleg over de mogelijkheid om leerachterstanden via de kinderopvang aan te pakken, hoorde ik op het journaal.

Daar klinkt op zich niks mis mee, alleen vraag ik me dan wel af hoe willen ze dat gaan aanpakken?


Er wordt door sommige partijen gesproken om leerdoelen voor de kinderopvang vast te stellen, maar die gedachte baart mij wel een beetje zorgen. Zou dat echt verstandig zijn om te doen?

Wat betekent dit voor mijn eigen kinderen? Wat betekent dit voor alle toekomstige en huidige kinderen op de kinderopvang? Hoe zit het met de kinderen die niet naar een opvang gaan maar thuis met mama of papa zijn? Lopen die een hoger risico op leerachterstanden en word daar dan niks mee gedaan? Die vragen komen gelijk in mijn hoofd poppen, want ik probeer een mening te vormen over hetgeen ik gehoord heb. Zou zo’n beslissing echt in het voordeel van onze kinderen zijn?

Mijn ervaring als pedagogisch medewerker is juist dat kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar leren door te spelen. Door het basisschool leren te vroeg te introduceren vrees ik dat er een grote kans is dat je de natuurlijke ontwikkeling van een kind onderbreekt wat op later termijn grote gevolgen kan hebben voor een kind.

Gelukkig wordt er de 21ste in het debat ook die kant belicht.


De directeur van Bracheorganisatie Kinderopvang, Emmeline Bijlsma gaf in het NOS radio 1 journaal haar reactie hierover. Ze zei het volgende:

“Kinderen leren juist door te spelen. Ze leren vaardigheden die ze later op school nodig hebben.”

Wat haar betreft leggen kinderen dan juist het fundament om later op school te kunnen presteren.


“Als je dat weghaalt, door spel te onachtzamen, dan haal je dus het fundament weg. En je weet wat er gebeurt als je dan een eerste etage wil bouwen: dan stort alles in.”


Om uit te leggen hoe spelen in de praktijk werkt geeft ze de zandbak als voorbeeld. Ze vertelt dat kinderen leren structuren te herkennen en ontdekken dat zand verschillende vormen aan kan nemen. “Ze bouwen kastelen en taarten en als het bouwwerk instort, leren ze om met tegenslagen om te gaan. Ze leren andere strategieën toe te passen en gefocust aan een taak te werken.”


Daarbij zitten kinderen ook vaak samen in een zandbak, waardoor er een rollenspel tot stand komt. “Ze leren samenwerken, afstemmen en luisteren. Allemaal vaardigheden die je later nodig hebt op school.


De Tweede Kamer heeft als streven een schoolse aanpak op de kinderopvang, zodat kinderen alvast woordjes en informatie kunnen oppikken. (Uhm doen ze dat al niet dan?) Ze willen dat er vastgelegd wordt wat kinderen moeten hebben geleerd voordat ze naar de basisschool doorstromen.


Met het doel van de Tweede Kamer heb ik wat moeite. Waarom zouden we al op zo’n jonge leeftijd druk leggen wat een kind wel of niet zou moeten kunnen. Gun ze op z’n minst die eerste jaren onbezorgd spel want het moment dat ze arriveren op de basisschool wordt er al immens veel verwacht van onze kleintjes. Kinderen zijn van nature leergierig, maar leren het allerbest in hun eigen tempo.


Het introduceren van mogelijke leerdoelen zou volgens Bijlsma de essentie van spel wegnemen. Volgens haar is de essentie het eigen initiatief van het kind, en iets waar het kind plezier aan beleeft. “En dat er niet getoetst en genormeerd wordt. Al die elementen haal je eigenlijk weg naarmate je meer schools leren gaat inzetten.”

“Als je kinderen laat spelen, betekent het niet dat je ze geen aandacht geeft, zegt Bijlsma. “Integendeel onze mensen in de opvang weten heel goed hoe ze dat spel kunnen begeleiden en verrijken en een andere kant op te laten gaan waardoor de kinderen verder kunnen leren.”


Daar sluit ik mij bij aan. Als ik terugdenk aan hoe intensief we bezig zijn met de kinderen tijdens de opvang en hoe we altijd proberen de ontwikkeling van het kind te stimuleren op een speelse en natuurlijke manier, strookt dat niet met de ideeën die de Kamer in petto heeft voor de kinderopvang. Ook voor de leidsters en de gastouders zou er meer (onnodige) druk opgelegd worden om te moeten voldoen aan een bepaald vereiste.

Er is natuurlijk niks mis met leerachterstanden tijdig herkennen en aanpakken, dat kan alleen maar goed zijn! Maar zullen we even verder zoeken naar andere methodes waarop dit verwezenlijkt kan worden?



 
 
 

Comments


bottom of page